Dit doen wij als bedrijf om onze CO₂-uitstoot te compenseren
Bij De WarmteTransitieMakers en Greenvis werken we elke dag hard om de CO₂-uitstoot van de gebouwde omgeving terugdringen. Maar als bedrijf zorgen wij zelf natuurlijk ook voor CO₂-uitstoot, dit compenseren wij.
In 2021 hebben we als bedrijf een aantal doelen voor 2025 gesteld op het gebied van het kantoor, ons vervoer, en onze eigen woningen om deze uitstoot zo ver mogelijk terug te brengen. Een groot deel daarvan is al gelukt!
Zo is ons kantoor natuurlijk aardgasvrij, zo veel mogelijk gebouwd van duurzame materialen(hout) en wekken we onze eigen groene stroom op. Ook is de lunch op kantoor volledig vegetarisch, krijgen werknemers een volledige reisvergoeding voor het OV en een fietsvergoeding of Swap-fiets. Er zijn elektrische deelauto’s beschikbaar en we bouwen de reisvergoeding op fossiel vervoer sinds 2021 af naar €0,- in 2025. Hierdoor hebben we onze uitstoot weten te verlagen naar 28,5 ton CO2 per jaar, wat gelijk staat aan ongeveer 1,5 huishoudens. Daar zijn we al heel trots op!
We hebben op basis van data van onder andere het PBL en Milieu Centraal (zie onderaan de volledige bronnenlijst) de grote bronnen van CO₂-uitstoot uitgezocht en uitgerekend. Eten, vervoer, spullen, en energieverbruik zijn de grootste bijdragers aan uitstoot (Milieu Centraal, z.d.), daarom hebben we die berekend voor ons bedrijf in het jaar 2023:
Grof gezien stootten we afgelopen jaar dus zo’n 28,5 ton CO₂ uit per jaar als bedrijf. Volgens milieu centraal (z.d.) valt dat in de ordegrootte van 1,5 huishoudens. Niet slecht voor een bedrijf met bijna 50 medewerkers, maar we willen natuurlijk nog minder CO₂-uitstoot. Daarom zetten we komende jaren in op het nog verder terugbrengen van fossiel reizen en op het helpen verduurzamen van de woningen van onze werknemers.
De huidige uitstoot compenseren we. Hoe goed CO₂ compensatie methodes werken blijft een punt van discussie. Wij denken dat carbonkiller de meest praktische manier is om CO₂-uitstoot te voorkomen op andere plekken. Daarom kopen wij Europese CO₂-uitstoot rechten op, zodat andere bedrijven deze niet meer kunnen uitstoten.
De Europese Unie (EU) verdeelt en verkoopt uitstootrechten (ETS) aan Europese bedrijven (Nederlandse Emissieautoriteit, 2023). Eén emissierecht geeft het recht om 1 ton CO₂ uit te stoten in dat jaar. Meer mag niet, tenzij dat bedrijf dan nieuwe emissierechten bijkoopt van een bedrijf wat uitstoot rechten over heeft. Of het kiest ervoor om maatregelen te nemen hun eigen uitstoot te verminderen.
Het totaal aantal rechten wat de EU verdeelt neemt ieder jaar een beetje af, om zo bedrijven te stimuleren om hun CO₂-uitstoot terug te dringen. Het is voor iedereen mogelijk om emissierechten te kopen. Ook voor ons als bedrijf dus, al vallen wij niet onder deze regeling.
Via Carbonkiller.org kopen wij dus emissierechten op uit de poel, zij vernietigen dit recht. Zo zorgen we ervoor dat deze CO₂ niet meer door andere bedrijven kán worden uitgestoten. Hoe goed CO₂ compensatie methodes werken blijft een punt van discussie, daarom houden we de ontwikkelingen in de gaten en blijven we afwegen wat de beste manier is om onze CO₂-uitstoot die we niet hebben kunnen vermijden, te compenseren.
Bronnenlijst
ANWB. (z.d.). Zo bereken je een eenvoudig de brandstofkosten | ANWB. Geraadpleegd op 2 juli 2024, van https://www.anwb.nl/auto/brandstof/brandstof-berekenen
CE Delft, Bijleveld, M., Bergsma, G., & Nusselder, S. (2016). Circulaire economie: een belangrijk instrument voor CO2-reductie. CE Delft. https://ce.nl/wp-content/uploads/2021/03/20160610_CE_Delft_2H81_Magazine_Final_NL.pdf
Milieu Centraal. (z.d.). Wat is je CO2-voetafdruk? Geraadpleegd op 1 juli 2024, van https://www.milieucentraal.nl/klimaat-en-aarde/klimaatverandering/wat-is-je-co2-voetafdruk/
Nederlandse Emissieautoriteit. (2023, 20 februari). Wat is emissiehandel? https://www.emissieautoriteit.nl/onderwerpen/wat-is-emissiehandel
Planbureau Voor de Leefomgeving (PBL). (2012, 19 december). Nederland verbeeld. https://www.pbl.nl/publicaties/nederland-verbeeld
Stimular. (z.d.). Milieubarometer. https://www.milieubarometer.nl/nl/co2-footprint/actuele-co2-emissiefactoren/
Ontzorgingsprogramma Maatschappelijk Vastgoed (OMV)
Het Ontzorgingsprogramma Maatschappelijk Vastgoed (OMV) helpt vanuit de provincie Overijssel kleinere organisaties die één of meerdere gebouwen bezitten met verduurzamen. Deelnemers aan dit programma zijn onder meer buurthuizen, scholen, kerken en musea.
Een grote gemeente heeft meestal zelf voldoende medewerkers en budget om hun gebouwen te verduurzamen. Een kleine gemeente, een drukke directeur van een school of een stichting van 3 vrijwilligers die eigenaar zijn van een buurthuis, hebben vaak niet de expertise, menskracht of het budget om een groot gebouw te verduurzamen. Dan kan het OMV helpen. Wij maken onderdeel uit van het team van provincie Overijssel en met onze bijdrage van inhoudelijke expertise en procesbegeleiding uit hebben we al ruim 100 gebouweigenaren geholpen.
Deelnemers aan het programma doorlopen samen met een coach en facilitator van het OMV een aantal stappen om concrete plannen voor verduurzaming te maken. We beginnen met een ambitieworkshop, waarin we duidelijkheid creëren over hoe het gebouw wordt gebruikt, wat de wensen zijn en waar rekening mee gehouden moet worden. Daarna laten we een energiescan maken. De energieadviseur analyseert het gebouw en kijkt onder andere naar de isolatie, de energievraag en welke verduurzamingsmogelijkheden er zijn. Ook rekent de adviseur uit hoe duur bepaalde oplossingen zijn en wat ze opleveren. Na deze scan maken we samen een plan van aanpak. We kijken dan naar op welke termijn taken moeten worden uitgevoerd en maken een budgetplanning. Tot slot bieden we nog hulp met bijvoorbeeld het aanvragen van subsidies of het beoordelen van offertes
Naast de persoonlijke hulp voor gebouweigenaren hebben we ook een leergang voor gemeenten opgezet. In deze leergang gaan bestuurders en ambtenaren aan de slag met de verduurzaming van hun vastgoedportefeuille: één gemeente heeft al snel 20 tot 40 maatschappelijke gebouwen in bezit.
Met de leergang kregen gemeenten in 6 werksessies hulp bij de analyse van hun vastgoed. Zo hielpen we hen al hun vastgoed te bekijken en te inventariseren hoeveel gas er verbruikt wordt, wat de staat is van het gebouw en wat de plannen met het gebouw in de toekomst zijn. Als een sporthal bijvoorbeeld de komende jaren in gebruik blijft, maar in een bepaald jaar de ketel vervangen moet worden, is het handig om dán deze sporthal aan te gaan pakken. Op die manier kunnen de gemeenten een routekaart maken van welke gebouwen ze in welk jaar het beste kunnen aanpakken.
Een grote uitdaging is om gebouweigenaren te vinden en betrokken te houden. Het verduurzamen van hun vastgoed kan een lang traject zijn waar veel bij komt kijken. Dit doen ze vaak in hun eigen vrije uren. Daarom proberen we hen zo goed mogelijk te helpen en te ontzorgen door middel van een strak proces, waarmee we in korte stappen tot een plan van aanpak komen.
Het is ook erg belangrijk dat we de gebouweigenaar in staat stellen een keuze te kúnnen maken. Als kleine stichting bijvoorbeeld die op donaties loopt komen bij het verduurzamen van het gebouw vaak relatief hoge investeringskosten kijken. Dit soort investeringen doen kan erg spannend zijn. Het drukt een stempel op de begroting van de opvolgende jaren en brengt risico’s met zich mee. “Dit zijn flinke bedragen, wat zal het dorp er van vinden?”. Dit zijn reële vragen die aandacht verdienen.
Wij ondersteunen hierbij door zowel de subsidies als financieringsopties in kaart te brengen en door duidelijk te laten zien wat het financiële effect van bepaalde maatregelen op langere termijn kan zijn. Door duidelijkheid over de impact en risico’s te bieden, wordt de keuze om te investeren makkelijker en overzichtelijker.
We zijn er trots op dat we al ruim 100 gebouweigenaren hebben geholpen met het in kaart brengen van de verduurzamingsopties, het opstellen van een plan van aanpak en het nemen van maatregelen. Een transitievisie warmte en een uitvoeringsplan van de gemeente laten vaak maatschappelijk vastgoed buiten beschouwing, maar plekken zoals gemeentehuizen, sporthallen, scholen of musea zijn heel belangrijk voor de buurten. Door te helpen om deze te verduurzamen, kunnen we ze tegelijk een voorbeeldfunctie geven. Buurtbewoners horen dat het buurthuis een warmtepomp krijgt en kunnen even langsgaan om te kijken en vragen hoe dat in zijn werk gaat.
Het Ontzorgingsprogramma Maatschappelijk Vastgoed heeft al vele gemeenten en gebouweigenaren geholpen, maar we blijven doorgaan met nieuwe contacten en projecten. Ook hopen we de doelgroep uit te bereiden om zo nog meer organisaties te kunnen helpen verduurzamen. Als DWTM zijn we trots om ook aan dit soort kleinere projecten bij te dragen, en daarmee onze kennis uit te bereiden naar diverse soorten gebouwen. Samen versnellen we de warmtetransitie!
Jip heeft meer dan 200 duurzaamheidstrajecten geleid waar participatie een belangrijk onderdeel was. Met zijn enthousiasme en kennis weet hij elke inwoner te betrekken bij de warmtetransitie. Zelf heeft hij zijn jaren ’40 woning volledig verduurzaamd en van het gas gehaald. Hij weet dus uit eigen ervaring wat daarbij komt kijken en welke mogelijkheden dat biedt.
Aanpak historisch centrumAanpak historisch centrum
In historische stadscentra is vaak veel meer mogelijk dan duurzaam gas als alternatieve warmteoplossing. Toch kiezen gemeenten hier vaak voor in hun beleid. Op basis van clustering en gebruikers kunnen echter betere alternatieven worden gevonden. Hier lees je over de methodiek die wij in opdracht van Rijksdienst Cultureel Erfgoed ontwikkelden.
Historische binnensteden blijken vaak één van de meest uitdagende wijken om aardgasvrij te maken. De gebouwen zijn vaak onderling verschillend, en doordat het vaak dicht op elkaar is gebouwd is er weinig ruimte onder en boven de grond voor infrastructuur. Daarnaast zijn er vaak veel monumenten aanwezig die vaak slecht geïsoleerd zijn en maar beperkt aangepast mogen worden. Om deze redenen wordt in beleidsprogramma’s vaak de keuze gemaakt voor hernieuwbaar gas. Dit is naar verwachting in de toekomst maar zeer beperkt beschikbaar voor de gebouwde omgeving. Het Rijk roept daarom op om toewijzing van duurzaam gas in warmteprogramma’s te verminderen.
Gelukkig zijn er op veel plekken tóch kansen voor toepassing van andere technieken. Zo hoeven we niet te wachten, maar kun je als gemeente nu al aan de slag. Door nu al aan de slag te gaan mis je ook geen natuurlijke momenten om op aan te haken.
Samen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) onderzochten wij de mogelijkheden voor aardgasvrije warmteoplossingen in historische centra. Het resultaat is een methodische aanpak om, samen met de gemeente, geschikte warmtetechnieken te selecteren voor verschillende clusters en gebruikers: een kaart met warmteoplossingen voor het centrum.
Lees meer hierover op de website van RCE
Met deze aanpak willen we natuurlijk door! Om het voor gemeenten nog aantrekkelijker te maken, en om onze aanpak nog verder te verbeteren krijgen gemeenten in 2024 50% co-financiering vanuit de RCE.
Een aantal gemeenten gingen je al voor. In samenwerking met De Groene Grachten en Arcadis | Over Morgen zijn stadscentra van Middelburg, Maastricht en Amersfoort onderzocht.
Heb je vragen, of is de proeftuin al vol? Neem contact op met één van onze adviseurs over hoe we je kunnen helpen om jouw historische centrum aardgasvrij te maken.
Techniekenkaart met mogelijke warmte oplossingen voor Amersfoort en Maastricht
Met een gedreven instelling en leergierige aard weet technisch adviseur / engineer Boriss duurzame energiesystemen tot in detail te doorgronden. Hij denkt zowel op thermisch als elektrisch gebied in praktische oplossingen, wat hem in staat stelt om realiseerbare bijdragen te leveren aan de energietransitie. Boriss legt ingewikkelde technologieën helder uit en zijn enthousiasme en nauwkeurigheid maken hem tot een gewaardeerde teamspeler. Met een scherpe focus op duurzaamheid en een oog voor detail, werkt hij vol toewijding aan de vooruitgang van warmtetransitie.
Wijkanalyse voor 2 wijken in Doetinchem: Muziekbuurt en OverstegenWijkanalyse Muziekbuurt en Overstegen Doetinchem
Gemeente Doetinchem wil samen met woningcorporatie Sité Woondiensten de kansen voor een collectief warmtesysteem onderzoeken voor 2 specifieke buurten in de gemeente. Deze buurten zijn in de Transitievisie Warmte naar voren gekomen als mogelijk kansrijk voor een warmtenet. Vanwege het grote aandeel corporatiebezit en gestapelde bouw is dit een logische analyse, en de gemeente wil graag een volgende stap zetten. Als collectief kansrijk is, hoe onderbouwen we dit, en hoe zetten we dan een volgende stap? Hiermee werkt de gemeente aan de aanpak van meerdere startwijken.
Er zijn 4 hoofdvragen benoemd die door de analyse beantwoord dienen te worden:
1. Indien een collectieve oplossing passend is, welke technieken zijn dan haalbaar?
2. Kunnen de buurten het beste individueel/per gebouw of collectief verwarmd worden?
3. Hoe verschillen de warmte-oplossingen van elkaar in termen van investeringskosten, onderhoudskosten, CO2 besparing, benodigde isolatie enz.
4. Indien een warmtenet interessant is, welke woningen en gebouwen zouden hier dan het beste op aangesloten kunnen worden.
Door een aantal werksessies, gegevens verzameling, toepassen van onze warmtetool en validatie van gebouwkenmerken zijn de analyses uitgevoerd.
In dit project is veel informatie verzameld over de woningen en de warmtevraag, mede dankzij de nauwe betrokkenheid van de woningcorporatie. Hierdoor zijn er op de initiële voorstellen voor onderzoeksclusters verschillende variaties ontstaan. Zo bleken er net buiten het onderzoeksgebied kansrijke gebouwen te staan, namelijk al redelijk tot goed geïsoleerd en voorzien van blokverwarming. Deze gebouwen zijn als extra cluster onderzocht.
De woningcorporatie heeft zelf beleid vastgesteld ten aanzien van isolatie-aanpak. Hierdoor was het belangrijk te laten zien hoe de aannames in het rekenmodel pasten (of niet) bij de beleidskeuzes. Naar aanleiding hiervan zijn verschillende deelresultaten uitgewerkt, ook gericht op meer inzicht in de lasten voor huurders versus de woningcorporatie. Denk aan de energierekening en investeringen in jaar 1, in aanvulling op resultaten over een periode van 15 of 30 jaar.
Op enig moment was er zeer veel informatie en rekenresultaten beschikbaar, waardoor het voor de opdrachtgever lastig was te bepalen wat zij met deze resultaten konden en moesten. Deze hebben we gericht terug weten te brengen tot die informatie die primair naar antwoorden op de hoofdvragen van het onderzoek leidden.
De woningcorporatie heeft zelf beleid vastgesteld op het gebied van isolatie-aanpak. Hierdoor was het belangrijk te laten zien hoe de aannames in het rekenmodel pasten (of niet) bij de beleidskeuzes. Naar aanleiding hiervan zijn verschillende deelresultaten uitgewerkt, ook gericht op meer inzicht in de lasten voor huurders versus de woningcorporatie. Denk aan de energierekening en investeringen in jaar 1, in aanvulling op resultaten over een periode van 15 of 30 jaar.
Het is ons gelukt om met de vele informatie, en iteraties van technieken, uitgangspunten, clustergroottes en combinaties hiervan, de uitkomsten beknopt terug te brengen tot antwoorden waarmee de gemeente en Sité verder kunnen. De vragen die tijdens het proces ontstonden zijn beantwoord, en er is richting gegeven aan het omgaan met de vele antwoorden die beschikbaar waren
Gemeente en Sité willen samen een vervolgstap zetten om ontwikkeling van een lokaal duurzaam warmtenet voor de meest kansrijke clusters verder te gaan onderzoeken. Hiervoor gaan ze in gesprek met het Gelders Warmte Infrabedrijf. Op basis van de wijkanalyse zijn de gemaakte keuzes te onderbouwen naar stakeholders en bewoners
Uitvoeringsorganisatie Warmtetransitie gemeente Maashorst
De gemeente Maashorst wilde graag verder met de warmtetransitie aan de slag. De gemaakte TransitieVisieWarmte is een goed startpunt, maar biedt nog weinig concrete handvatten. Zo is DWTM gevraagd om een uitvoeringsorganisatie warmtetransitie op te stellen met uitgestippelde actielijnen.
Voor dit project hebben we een zogenaamde ‘uitvoeringsorganisatie warmtetransitie’ (UOWT) opgeleverd. Dit is een overzicht van een stappenplan dat concreet weergeeft welke taken er liggen, wanneer deze moeten worden opgestart en wat voor gemeentelijk team daarvoor nodig is. Het is eigenlijk het plan voor de landelijke warmtetransitie, maar dan op maat gemaakt voor de gemeente Maashorst. In deze UOWT beantwoorden we de volgende vragen: wat moet er gebeuren, wie is waarvoor verantwoordelijk, wie moeten we daarvoor nog aan het team toevoegen, wat betekent dit voor de begroting en in welke volgorde moet dit gebeuren?
De terminologie is wat verwarrend omdat ook de termen ‘uitvoeringsplan’ en ‘uitvoeringprogramma’ in de warmtetransitie voorkomen. Alle gemeenten in Nederland hebben inmiddels een TransitieVisieWarmte(TVW) opgesteld. In de huidige plannen vanuit de overheid moeten gemeenten in de komende jaren deze verder uitwerken tot een Warmteprogramma(WP). Deze uitvoeringsorganisatie warmtetransitie is te zien als een uitwerking van de TVW en een voorbereiding op het WP. Het richt zich met name op de interne organisatie bij de gemeente.
Voor dit project hebben we de uitvoeringsorganisatie in 5 blokken verdeeld:
Zo kent de gemeente haar doelen, is ze beter in staat haar gebouwde omgeving te lezen, en weet ze wat te doen om de gewenste resultaten te bereiken. Verduurzamen maar!
Als je als gemeente aan de slag gaat met de warmtetransitie, dan is een Uitvoeringsorganisatie Warmtetransitie een must. Het geeft overzicht, inzicht en richting. In tegenstelling tot een TVW biedt dit plan concrete acties die nu opgepakt kunnen worden en het biedt inzicht in welke onderzoeken en welke mensen nog nodig zijn. Nieuwe en bestaande gemeentemedewerkers kunnen dit plan als startpunt gebruiken. En dat zien we ook, want de gemeente Maashorst is direct aan de slag gegaan met dit UOWT. Zo hebben ze al actielijnen in gang gezet en meerdere collega’s aan hun team toegevoegd. Daar zijn we heel trots op!
Grote delen van ons uitvoeringsorganisatie warmtetransitie zijn verplicht onderdeel van het warmteprogramma (in kaart brengen van de isolatieopgave in de gemeente, een overzicht van de gebouwvoorraad en concrete tussentijdse doelstellingen). Door hier nu al mee aan de slag te gaan, bereid je je als gemeente al voor op het ontwikkelen van het Warmteprogramma.
‘Enorm tevreden met het resultaat. De grootte van het stuk geeft de grootte van de opgave weer. Het rapport en de actielijnen zijn handig als gebruiksaanwijzing te gebruiken, ook de afzonderlijke stukken per team / voor toekomstig collega’s.’
– Gemeente Maashorst