Aanpak historisch centrum
In historische stadscentra is vaak veel meer mogelijk dan duurzaam gas als alternatieve warmteoplossing. Toch kiezen gemeenten hier vaak voor in hun beleid. Op basis van clustering en gebruikers kunnen echter betere alternatieven worden gevonden. Hier lees je over de methodiek die wij in opdracht van Rijksdienst Cultureel Erfgoed ontwikkelden.
Historische binnensteden blijken vaak één van de meest uitdagende wijken om aardgasvrij te maken. De gebouwen zijn vaak onderling verschillend, en doordat het vaak dicht op elkaar is gebouwd is er weinig ruimte onder en boven de grond voor infrastructuur. Daarnaast zijn er vaak veel monumenten aanwezig die vaak slecht geïsoleerd zijn en maar beperkt aangepast mogen worden. Om deze redenen wordt in beleidsprogramma’s vaak de keuze gemaakt voor hernieuwbaar gas. Dit is naar verwachting in de toekomst maar zeer beperkt beschikbaar voor de gebouwde omgeving. Het Rijk roept daarom op om toewijzing van duurzaam gas in warmteprogramma’s te verminderen.
Gelukkig zijn er op veel plekken tóch kansen voor toepassing van andere technieken. Zo hoeven we niet te wachten, maar kun je als gemeente nu al aan de slag. Door nu al aan de slag te gaan mis je ook geen natuurlijke momenten om op aan te haken.
Samen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) onderzochten wij de mogelijkheden voor aardgasvrije warmteoplossingen in historische centra. Het resultaat is een methodische aanpak om, samen met de gemeente, geschikte warmtetechnieken te selecteren voor verschillende clusters en gebruikers: een kaart met warmteoplossingen voor het centrum.
Lees meer hierover op de website van RCE
Met deze aanpak willen we natuurlijk door! Om het voor gemeenten nog aantrekkelijker te maken, en om onze aanpak nog verder te verbeteren krijgen gemeenten in 2024 50% co-financiering vanuit de RCE.
Een aantal gemeenten gingen je al voor. In samenwerking met De Groene Grachten en Arcadis | Over Morgen zijn stadscentra van Middelburg, Maastricht en Amersfoort onderzocht.
Heb je vragen, of is de proeftuin al vol? Neem contact op met één van onze adviseurs over hoe we je kunnen helpen om jouw historische centrum aardgasvrij te maken.
Techniekenkaart met mogelijke warmte oplossingen voor Amersfoort en Maastricht
Aardgasvrij met de Omgevingswet
De warmtetransitie is in volle gang. Veel gemeenten zijn hard bezig om hun wijken aardgasvrij te maken. Echter, tot voor kort ontbrak het aan geschikte instrumenten voor gemeenten om deze transitie vorm te geven. Met de Omgevingswet en de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw)* ontstaat er een stevig beleidsmatig en juridisch kader om de warmtetransitie handen en voeten te geven.
Samen met KuiperCompagnons, inhoudelijk experts van de Omgevingswet en haar instrumenten omgevingsvisie, het programma en het omgevingsplan, hebben we de handen ineen geslagen om de warmte- en de juridische wereld van de Omgevingswet bij elkaar te brengen in één aanpak. Hiervoor hebben we een aanpak inclusief informerende plaat gemaakt: ‘Aardgasvrij met de Omgevingswet’.
De verankering van het warmteprogramma in de Omgevingswet helpt om de warmtetransitie te laten slagen. De verschillende instrumenten in de beleidscyclus moeten samen een zorgvuldig proces vormen. Met behulp van deze plaat laten we de samenhang zien tussen de stappen die gezet moeten worden naar een aardgasvrije wijk met de Omgevingswet.
In deze plaat brengen we de beleidscyclus van de Omgevingswet in beeld (onderste grijze laag). Daarbovenop zoomen we in op de instrumenten uit de warmtetransitie: de omgevingsvisie, het warmteprogramma, het uitvoeringsplan en het omgevingsplan.
In de eerste stap van de beleidscyclus creëert de gemeente in de omgevingsvisie kaders waarbinnen de warmtetransitie plaatsvindt. In het warmteprogramma (voor de hele gemeente) in combinatie met het uitvoeringsplan (voor een specifiek gebied) werkt de gemeente dit verder uit: doelen en maatregelen concreet, fasering in wijkgerichte aanpak, keuze in de voorziene warmteoplossing en gevolgen energie-infrastructuur, handelingsperspectief inwoner, etc.
Het opstellen van de voorgaande instrumenten zorgt voor voldoende onderbouwing van de motivering voor het wijzigen van het omgevingsplan: de aanwijsbevoegdheid kan voor een gebied worden opgenomen. De aanwijsbevoegdheid kan een gemeente voor een wijk/gebied een einddatum van aardgaslevering bepalen.
In derde stap van de beleidscyclus ga je daadwerkelijk aan de slag om de wijk aardgasvrij te maken.
In de terugkoppeling neemt de gemeente de geleerde lessen mee in haar plannen voor de volgende wijk/buurt.
Het doel van deze aanpak? Houvast bieden voor gemeenten om vaart te maken in de warmtetransitie. Het helpt de verschillende afdelingen binnen jouw gemeente op één lijn te krijgen om zo een efficiënte aanpak te ontwikkelen. De volgorde van en afhankelijkheid tussen de verschillende instrumenten is essentieel. Het warmteprogramma speelt hierbij een centrale rol.
De WarmteTransitieMakers maken jou nu én in de toekomst wegwijs met de verschillende instrumenten van de warmtetransitie. Wij, als experts in het warmteprogramma en het uitvoeringsplan, en KuiperCompagnons, inhoudelijk experts van de Omgevingswet en haar instrumenten omgevingsvisie en het omgevingsplan.
Meer weten over hoe we jouw gemeente kunnen helpen om aan aardgasvrije wijken volgens de Omgevingswet te werken? We kijken graag met je mee. Neem vrijblijvend contact met ons op
Kansen in Moderne Wijken
In moderne wijken liggen kansen om de stap naar een hybride warmtepomp over te slaan. Deze benutten en direct inzetten op aardgasvrij versnelt de warmtetransitie. Dit is hard nodig met zicht op een aardgasvrij Nederland in 2050.
Moderne woningen zijn gebouwd na 1992. In Nederland zijn er hiervan 1,5 miljoen. Op de kaart hieronder kan je op een regio inzoomen en de locaties van moderne wijken zien. De groene gebieden op de kaart zijn moderne wijken die mogelijk al aardgasvrij zijn. Dit is gebaseerd op openbare data van de netbeheerders.
Moderne woningen, gebouwd na 1992, zijn goed geïsoleerd en hebben een goed ventilatiesysteem. Hierdoor zijn ze geschikt voor verwarming op lage temperatuur.
Een overstap van een cv-ketel naar een all-electric warmtepomp is daarmee mogelijk, zonder tussenstap van een hybride warmtepomp. Dat scheelt 40% CO2-uitstoot!
Daarnaast is de combinatie van een all-electric warmtepomp en zonnepanelen in de meeste gevallen over 15 jaar goedkoper dan verwarmen met een cv-ketel.
We zien echter dat bewoners van een moderne woning de overstap nog maar mondjesmaat maken. Dit komt doordat een warmtepomp een flink grotere investering vraagt en een bewoners zelf veel moeten uitzoeken. Ook is er altijd een stukje onzekerheid.
Hierin kan een gemeente een rol spelen om bewoners te ondersteunen:
Vereniging van Eigenaren verduurzamen: in 3 stappen naar besluitvorming
Voor gemeenten die iets willen bereiken met het verduurzamen van de woningvoorraad in appartementencomplexen of VvE’s (Vereniging van Eigenaren) met particuliere eigenaren, bieden we een specifiek stappenplan aan. Door de unieke structuur en de (veelal) gemengde samenstelling van eigenaren in een VvE is besluitvorming naar verduurzaming of aardgasvrij trager en complexer dan bij eengezinswoningen of woningen van woningcorporaties.
Om VvE’s te verduurzamen is een goede ingang een eerste vereiste. Wie benader je? Is er een contact uit een eerder traject, is de VvE-beheerder bekend, de VvE-bestuurder of een lid van de duurzaamheidscommissie? Met de juiste vertegenwoordiger bespreken we vervolgens:
* Voor VvE’s zijn er diverse subsidiemogelijkheden op onderzoek en maatregelen: SVVE en SAH (RVO.nl)
Ons stappenplan voor verduurzaming van een VvE kan ingezet worden om kleine- en grote VvE’s met het lastige proces van onderhoud, eigenaarsbelangen, financiën, draagvlak en besluitvorming te ondersteunen. Maar ook toelichting op gemeentelijk beleid en mogelijkheden op ALV’s behoort tot de mogelijkheden: we spreken de taal van de woningeigenaren en treden op als neutrale, deskundige schakel tussen beleid en uitvoering. Het resultaat van deze aanpak: het ontzorgen van de gemeentelijke capaciteit, minder frustraties bij VvE’s en een sneller proces naar besluit en/of uitvoering.
Benieuwd wat we voor jouw gemeente en/of VvE kunnen betekenen? We komen graag met je in contact.
Moderne Wijkenaanpak
Welke wijken kunnen we het snelst helemaal aardgasvrij maken? Of anders, welke wijken zijn het minst ingewikkeld om helemaal aardgasvrij te maken? Dat is een goede vraag om na te gaan waar je als eerste energie, tijd en geld in zou willen steken om te leren hoe we een complete wijk aardgasvrij maken. Wij zien daarin twee type wijken als bijzonder kansrijk:
Van het 2e type wijk zijn er relatief veel in Nederland. Dit zijn wijken die tussen 1993 en 2015 zijn gebouwd. Het gaat om ruim 1.5 miljoen woningen. En deze woningen hebben dus al goede isolatie meegekregen vanuit de bouwnorm. Ook is er standaard gewerkt met een centraal ventilatiesysteem. Vanaf 2005 is in steeds meer woningen tevens zeer energie-efficiënte ventilatie met warmteterugwinning aangebracht. De meeste van deze woningen vinden we terug in de zogenaamde ‘moderne wijken’.
In de afgelopen jaren hebben we in dit type wijk verspreid over heel Nederland bekeken of we de stap naar een hybride warmtepomp kunnen overslaan. En wat blijkt? Dit is vaak erg interessante voor bewoners. Voor deze woningen is het (gerekend over een periode van 15 jaar) vaak goedkoper om te verwarmen zonder aardgas. Uiteraard kunnen deze woningen ook eenvoudig voor een hybride warmtepomp kiezen.
Echter, door deze woningen gelijk all-electric te maken verminderen we de CO2-uitstoot met maar liefst 40%. Daarbij is het ook nog de meest kosten effectieve optie voor veel moderne woningen. Stel dat we in al deze woningen de tussenstap naar een hybride warmtepomp overslaan, dan stoten 1,5 miljoen woningen dus 15 jaar lang 40% minder CO2 uit.
Je zou je kunnen afvragen of deze woningen niet vanzelf al de overstap gaan maken. Wij zien in de praktijk echter dat mensen het spannend vinden om de overstap te maken. De overstap naar een hybride warmtepomp voelt veiliger en vraagt een minder grote investering vooraf. Bovendien is de markt voor warmtepompen nog niet volwassen. Ook veel installateurs raden de overstap naar een all-electric warmtepomp niet aan, of raden het zelfs af.
Voor bewoners vraagt het heel wat werk om uit te zoeken wat een goede oplossing is voor hun woning. Ook hebben ze veel vragen: “weet ik zeker dat het warm wordt in een koude winter?” Daarmee is de kans groot dat de meeste woningen een hybride warmtepomp kiezen, met de kans dat ze daarna nog 15 jaar aardgas blijven gebruiken. Woningen die over 5 jaar een hybride warmtepomp krijgen zijn dan wellicht pas over 20 jaar aardgasvrij (rond 2045). En als we over 10 jaar nog hybride warmtepompen en nieuwe CV ketels installeren in dit type woning, dan duurt het tot circa 2050 voordat alle woningen aardgasvrij worden.
Kortom, als we in dit soort wijken eerder aardgasvrij willen worden, moeten er voor zorgen dat mensen de tussenstap naar een hybride warmtepomp gaan overslaan. En dat gaat niet vanzelf.
Uit onze eerste ervaringen zien we dat de wijkaanpak echt kansen biedt om de overstap naar aardgasvrij te versnellen. Samen met lokale installateurs zorgen we voor een concreet en compleet aanbod. Daarnaast zorgen we voor goed advies en een directe koppeling naar uitvoerende partijen. De bewoner kiest, maar hoeft niet zelf het wiel uit te vinden en krijgt snel inzicht in welke opties en aanbieders er zijn. De zoektocht voor bewoners wordt zo eenvoudig en kort en het voortraject voor installateurs wordt ook minder bewerkelijk. Kortom, een wijkaanpak gericht op ontzorgen, realisatie en een blijvend lage energierekening en hogere woningwaarde.*
Onze eerste ervaringen zijn erg positief. Bent u nieuwsgierig geworden en wilt u meer weten over onze moderne wijkenaanpak? Neem vrijblijvend contact met ons op.
In deze video beschrijven we uitgebreid de aanpak:
Benieuwd welke buurten in jouw gemeente kunnen profiteren van deze aanpak? Bekijk het op de kaart
* Vanaf het moment van in bedrijf stellen van de full-electric warmtepomp beschik je over een gasloze woning, met een lagere maandelijkse energierekening. Daarmee neemt je woningwaarde minimaal € 15.000 toe, in de huidige en toekomstige markt waarin een duurzaam huis een grote pre is voor kopers. (bron: nuvanhetgas.com)
Aardgasvrijhuis.nl –
de beschrijvingen
Hier vind je meer informatie over de verschillende oplossingen voor het verduurzamen van uw woning.
Als je niet weet wat de vloeroppervlakte van je huis is, kan je het opzoeken via deze link of je kan kijken in de WOZ beschikking (dat is de brief van de gemeente waarin je WOZ-waarde staat).
Heb je die gegevens niet dan kun je ook het aantal vierkante meters meten en berekenen door de lengte en de breedte van een kamer op te meten en met elkaar te vermenigvuldigen. Als je vervolgens het aantal vierkante meter van al je kamers bij elkaar optelt heb je de vloeroppervlakte van je woning. Hierbij tellen ruimtes die minder dan 1,5 meter hoog zijn niet mee. Dit is bijvoorbeeld de vloer onder het schuine dak van de zolder.
Je gasverbruik kan je vinden op het jaarlijkse overzicht van de energieleverancier. Ook kan je het bekijken in de app van de energieleverancier.
Als je het gasverbruik niet kan vinden, kan je ook voorbeeldgetallen aanhouden die passen bij het soort huis waarin je woont.
In de tabel hieronder kun je de voorbeeldgetallen voor gasgebruik zien voor verschillende soorten woningen uit verschillende bouwperiodes. Als je jouw woning en situatie in de tabel opzoekt, vind je een geschat gasgebruik. Hoe meer mensen in huis, hoe hoger het gebruik.
Gasgebruik [m3 per jaar] | Bouwjaar < 1946 | Bouwjaar 1946 – 1979 | Bouwjaar 1980 – 1992 | Bouwjaar 1993 – 2000 | Bouwjaar > 2000 |
Rijwoning | 1.500 | 1.300 | 1.200 | 1.100 | 1.000 |
Hoekwoning | 1.800 | 1.600 | 1.500 | 1.400 | 1.300 |
Vrijstaande woning | 2.400 | 2.300 | 2.200 | 1.900 | 1.800 |
Je elektriciteitsverbruik kan je vinden op het jaarlijkse overzicht van de energieleverancier. Ook kan je het bekijken in de app van de energieleverancier.
Heb je zonnepanelen? Let dan op dat je de geleverde elektriciteit door de zonnepanelen ook meetelt: we vragen hier hoeveel elektriciteit je per jaar gebruikt zonder het effect van zonnepanelen mee te rekenen.
Als je het elektriciteitsverbruik niet kan vinden, kan je ook voorbeeldgetallen aanhouden die passen bij het soort huis waarin je woont. In de tabel hieronder kun je de voorbeeldgetallen zien voor elektriciteitsgebruik verschillende soorten woningen uit verschillende bouwperiodes. Als je jouw woning en situatie in de tabel opzoekt, vind je een geschat elektriciteitsverbruik. Hierbij is uitgegaan van een gemiddeld huishouden. Hoe meer mensen in huis, hoe hoger het gebruik.
Elektriciteitsgebruik [kWh per jaar] | Bouwjaar < 1946 | Bouwjaar 1946 – 1979 | Bouwjaar 1980 – 1992 | Bouwjaar 1993 – 2000 | Bouwjaar > 2000 |
Rijwoning | 2.800 | 2.600 | 2.800 | 3.200 | 3.000 |
Hoekwoning | 3.300 | 2.900 | 3.100 | 3.500 | 3.400 |
Vrijstaande woning | 4.000 | 3.900 | 4.000 | 4.300 | 4.700 |
Een spouwmuur is een buitenmuur die bestaat uit twee muren met ruimte (de spouw) ertussen. Vrijwel alle huizen na 1930 zijn gebouwd met een spouwmuur. Deze spouwmuren werden na 1979 vaak geïsoleerd door ze (deels) met isolatiemateriaal te vullen. Voor die tijd werden ze niet of beperkt gevuld met isolatiemateriaal. Je kunt de spouwmuur isoleren met verschillende soorten materialen, zoals glaswol, steenwol of EPS-parels (bolletjes van piepschuim). Voor het isoleren van de spouwmuur heb je een ontheffing nodig van de Wet Natuurbescherming. Het kan zijn dat de gemeente deze al voor de hele gemeente of buurt heeft aangevraagd. Vraag dit na bij de gemeente. Voor 1930 werden woningen vaak gebouwd zonder spouwmuur. Om de muur dan te isoleren moet er isolatiemateriaal aan de binnen of buitenkant van de muur worden geplaatst.
Je kunt zien of je spouwmuur na de bouw is geïsoleerd doordat er dan in de muur boorgaten zitten die zijn opgevuld. De opgevulde gaten vind je in de voegen en liggen meestal een meter uit elkaar. Als er open voegen (ventilatiegaten) in de gevel zitten, kan je ook met bijvoorbeeld een potlood of speld voelen of je op zacht materiaal stuit: dan zit er isolatie in de spouw.
Kijk voor meer informatie op: https://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/isoleren-en-besparen/spouwmuurisolatie/
Een schuin dak kun je vanaf de binnenkant of de buitenkant isoleren. Meestal wordt gekozen om vanaf de binnenkant te isoleren. Er wordt dan isolatiemateriaal tussen de dakbalken vastgemaakt. Dit kan bijvoorbeeld met glaswol, steenwol of isolatieplaten. Het isoleren kan worden gedaan door een isolatiebedrijf, maar als je handig bent kun je dat ook zelf doen.
Het werkt nog beter om het dak te isoleren vanaf de buitenkant. Dit is een grotere en duurdere klus, en is dus vooral aan te raden als de dakpannen en/of dak(beschot) aan vervanging toe zijn. In dat geval kan je overwegen om nieuwe dakplaten te leggen met goede dakisolatie.
Voor het isoleren van je dak vanaf de buitenkant heb je een ontheffing nodig van de Wet Natuurbescherming. Het kan zijn dat de gemeente deze als voor de hele gemeente of buurt heeft aangevraagd. Vraag dit dus na bij de gemeente.
Kijk voor meer informatie op: https://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/isoleren-en-besparen/dakisolatie/
Vloerisolatie gaat over het isoleren van de vloer op de begane grond. Als je een kruipruimte hebt van tenminste 35cm hoog dan kun je het beste vanuit de kruipruimte isolatiemateriaal (laten) aanbrengen tegen de onderkant van de vloer. Je kunt dan denken aan thermoskussens of platen van kurk, hout, vlas, EPS, schuim, glas- of steenwol. Dit levert goede isolatie op. Als je handig bent, kun je dat ook zelf doen . Ook als je geen kruipruimte hebt, je kruipruimte minder diep is of je geen toegang hebt tot de kruipruimte zijn er opties om je vloer te isoleren.
Kijk voor meer informatie op: https://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/isoleren-en-besparen/vloerisolatie/#geen-of-lage-kruipruimte-wat-nu
Als je enkel of oud dubbel glas hebt, kan er veel warmte via je ramen naar buiten gaan. Het kan daarom slim zijn om (een deel van) je ramen te vervangen. Wat voor soort glas je hebt kun je zelf testen. Om een inschatting te maken kun je ook in de tabel hieronder zien wat voor glas er standaard werd gebruik in verschillende bouwperiodes:
Voor 2001 | Dubbel glas (of nog enkel glas) |
Vanaf 2001 | HR++ glas |
Als je enkel glas hebt is het altijd voordelig om dit te vervangen door HR++ of triple glas. Zelfs als je de verwarming in de ruimte altijd uit hebt. Vooral in de ruimtes die je verwarmt, zoals de woonkamer en keuken, is het interessant om dubbel glas te vervangen doorn HR++ glas. Als je kozijnen nog goed zijn en geschikt zijn voor HR++ glas dan kun je het beste kiezen voor HR++ glas. Moet je je kozijnen sowieso ook vervangen dan is triple glas een goede keus.
Kijk voor meer informatie op:https://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/isoleren-en-besparen/dubbel-glas-hr-glas-triple-glas/
Wanneer je je woning goed hebt geïsoleerd en alle kieren hebt gedicht, is het belangrijk dat er voldoende ventilatie is. Hiermee voorkom je vochtproblemen en zorg je voor een gezonde lucht en een goede temperatuur in huis. Om te zorgen voor gezonde lucht is het dan ook extra belangrijk om een goed ventilatiesysteem te (laten) installeren of het bestaande ventilatiesysteem te verbeteren. In deze tool hanteren we twee typen ventilatiesystemen: mechanische ventilatie en balansventilatie.
Bij mechanische ventilatie zijn er ventilatieroosters aanwezig in de ramen of kozijnen. De lucht uit je huis wordt in de keuken, badkamer en toilet afgezogen naar buiten. Dit wordt gedaan door een ventilatiebox. Hoeveel je ventileert kun je zelf regelen of automatisch laten regelen op basis van luchtvochtigheid of het CO2 gehalte. Om niet meer te ventileren dan nodig is, is het verstandig om een automatisch geregeld systeem te kiezen. Meer informatie over ventilatie vind je hier.
Bij balansventilatie wordt de lucht mechanisch toe- en afgevoerd. Dit kan met een centraal systeem. Deze ventilatie haalt lucht van buiten naar de woonkamer en slaapkamers. Vervolgens wordt de lucht in de keuken, badkamer en toilet afgezogen naar buiten. Balansventilatie wordt veel gebruikt in nieuwere woningen (vanaf 1980). Het is vaak lastig om dit in bestaande woningen te installeren omdat er speciale kanalen nodig zijn voor het aanvoeren van lucht vanuit buiten.
Een andere optie bij balansventilatie is een systeem voor bepaalde kamers (decentraal systeem). Deze optie kan makkelijker worden toegepast in bestaande woningen. De ventilatieunit zit dan in de buitenmuur. Aan de binnenzijde van de muur komt een apparaat ter grootte van klein schilderij. Deze systemen kunnen ook worden gecombineerd met moderne lage temperatuur radiatoren (verwarmen en ventileren in één). De lucht die door deze apparaten de woning in wordt geblazen, wordt voorverwarmd door de warmte uit de afgevoerde lucht. Het systeem is daardoor comfortabel en energiezuinig.
Ga je in de toekomst je woning verwarmen met een warmtepomp of met warmte van een warmtenet met een lage temperatuur (minder dan 50 graden)? Dan is het goed om te kijken of je je huis voldoende warm krijgt met je huidige verwarming. Er zijn verschillende soorten verwarmingssystemen. Deze bespreken we hieronder.
Oudere huizen hebben vaak radiatoren die vooral geschikt zijn om op een hoge temperatuur (70-80 graden) te verwarmen. Dit zijn radiatoren zoals op de afbeeldingen hieronder [toevoegen foto radiator met 1 plaat en lamellen en met alleen lamellen, ]. Deze kunnen waarschijnlijk te weinig warmte afgeven om je woning op een lagere temperatuur te verwarmen.
Lage temperatuurradiatoren zijn wel geschikt om je woning op een lagere temperatuur te verwarmen. Als je je woning toch niet met deze radiatoren warm krijgt kun je ook een radiator-ventilator gebruiken. Die zorgt er voor dat de verwarming meer warmte afgeeft. Meer informatie vind je hier.
Vloerverwarming is verwarming door middel van leidingen in de vloer waar warm water door stroomt. Het heeft als voordeel dat het vaak comfortabeler is door de constante temperatuur. Het heeft wel als nadeel dan de aanleg vrij duur is, je de vloer vaak moet vervangen en dat soms je vloer hoger wordt waardoor je ook plinten en deuren moet aanpassen.
Via kieren (tussen raam/deur en kozijn) en naden (tussen dak en muur of kozijn en muur) gaat veel warmte vanuit je huis verloren. Soms tocht het daar ook. Daardoor is het minder comfortabel en kouder in huis. Veel naden en kieren kun je zelf dicht maken. Je betaalt dan alleen de materiaalkosten. Je kunt het ook laten doen, maar dan betaal je wel meer. Je kunt op de pagina van Milieu Centraal vinden hoe je naden en kieren vindt en hoe je ze het best kunt dichten.
Met een warmtepomp verwarm je je huis met water met een lagere temperatuur dan bij een CV-ketel. Om je huis met die lagere temperatuur voldoende warm te krijgen, is het vaak nodig om je huis extra te isoleren en soms ook het soort verwarming wat je gebruikt aan te passen. Bij een hybride warmtepomp is dit minder noodzakelijk, omdat je die in combinatie met een cv-ketel gebruikt. Hierna leggen we meer uit over de verschillende soorten warmtepompen.
Een hybride warmtepomp combineer je met een cv-ketel. Met de warmtepomp verwarm je op de meeste dagen je huis. De cv-ketel gebruik je om extra te verwarmen cv-ketel op hele koude dagen en voor warm water. Je kan de hybride warmtepomp combineren met je huidige cv-ketel als deze geschikt is voor het aansluiten van een hybride warmtepomp.
Een lucht-water warmtepomp is een pomp die warmte uit de buitenlucht haalt en deze zodanig opwarmt dat je die kan gebruiken om je huis te verwarmen. Deze warmtepomp bestaat uit een onderdeel buiten (buitenunit) met ventilator en een onderdeel binnen (binnenunit) die het water van het verwarmingssysteem opwarmt. Een aandachtspunt bij het plaatsen van de buitenunit is het geluid dat deze maakt.
Een bodemwarmtepomp haalt warmte uit de bodem om je huis te verwarmen. In de tuin wordt een bodemlus aangelegd die 30-150 meter diep gaat (zie afbeelding). In je huis komt de warmtepomp te hangen die het water van het verwarmingssysteem opwarmt. Om de bodemlus te maken boort een boorwagen een gat in de grond waar een buis in wordt aangebracht. Door de buis stroomt vloeistof die de temperatuur van de bodem aanneemt. Deze warmte wordt gebruikt als bron voor de warmtepomp.
Een PVT-warmtepomp is een warmtepomp die met PVT-panelen zonnewarmte gebruikt om je huis te verwarmen. Deze warmtepomp bestaat uit PVT panelen op het dak en een onderdeel binnen (binnenunit). De PVT-panelen zetten zonne-energie om in elektriciteit (PV – fotovoltaïsch) en warmte (Thermisch). De binnenunit warmte het water van het verwarmingssysteem verder op. De warmtepomp werkt ook als de zon niet schijnt. Het systeem haalt zijn warmte namelijk ook uit de buitenlucht.
Ontdek hoe je jouw woning aardagsvrij kunt verwarmen, welke kosten hieraan verbonden zitten en hoe duurzaam de door jou gekozen oplossing is.
Aardgasvrijhuis:
inzicht in duurzaamheid
en betaalbaarheid
Ben je als gemeente bezig met een wijkgerichte aanpak voor verduurzaming van woningen? Dan wil je inwoners laten zien wat de mogelijkheden zijn voor hun woning. En wat de kosten en besparingen zijn. Dat helpt inwoners om keuzes te maken voor verduurzaming van hun huis.
Met aardgasvrijhuis.nl geef je inwoners dat inzicht. Ze vullen stap-voor-stap de kenmerken van hun woning in. Daarna kiezen ze welke optie(s) voor duurzame verwarming ze willen bekijken. Als alles is ingevuld, laten we de inwoners zien wat de kosten en besparingen van de keuzes zijn. En wat het betekent voor hun bankrekening als ze de investering vanuit hun spaargeld betalen of als ze er een lening voor afsluiten.
De tool is geschikt voor desktop, minder voor mobiele devices.
Voor wijkaanpakken maken we de tool op maat. We zorgen dat inwoners kunnen kiezen uit de typen woningen die in de aan te pakken wijk staan. En we sluiten aan bij de duurzame warmteoplossingen die in die wijk voorzien zijn. Zo krijgen inwoners een goed beeld van de mogelijkheden, passend bij hun huis en situatie.
BegrotingsTool
Uitvoeringsorganisatie
Gemeenten hebben tot 2050 de regierol in de warmtetransitie; een nieuwe, structurele taak en organisatorische uitdaging. Wat vraagt dit van een gemeente? Het Rijk heeft op 1 juni 2022 de structurele middelen die gemeenten krijgen aangekondigd. In de komende 4 jaar krijgen gemeenten middelen om hun klimaatprogramma met minimaal een factor 5 te laten groeien.
Het opschalen van de programma’s vraagt om een heldere visie en een meerjarenplan. Hiermee groeit het huidige klimaatprogramma stap voor stap uit naar een structureel programma om de ene na de andere wijk aardgasvrij te maken.
Vanuit De WarmteTransitieMakers hebben we inmiddels meerdere gemeenten geholpen om dit groeiplan op te zetten. We zetten hiervoor onze BegrotingsTool Uitvoeringsorganisatie (BTU) in. Met onze tool (Excel) kun je in snel tempo voor jouw gemeente een meerjarenbegroting opstellen.
Omdat we graag ‘open source’ werken en onze kennis delen, delen we deze tool graag met iedereen. Ruim 300 gemeenten moeten een vergelijkbaar groeiplan ontwikkelen voor hun klimaatprogramma en dat gemakkelijker als we de kennis en onze aanpak delen.
Zelf aan de slag met de BegrotingsTool Uitvoeringsorganisatie? Download deze nu en neem de tijd om er goed doorheen te lopen. Er is een beknopte beschrijving opgenomen in de tool.
Hoofdbronnen van deze tool:
Van Parijs naar praktijk – bekostiging en besturing van de decentrale uitvoering van het klimaatakkoord
Uitvoeringskosten van het Klimaatakkoord voor decentrale overheden in 2022 – 2030
We nemen je uiteraard graag mee in de werking van de tool en het opzetten van een begroting. Via twee korte workshops, van twee dagdelen, stellen we het benodigde groeiplan (organistieontwikkelplan) met meerjarenbegroting op. Dit plan is de fundering om een compleet en efficiënte uitvoeringsorganisatie op te zetten en de benodigde budgetten hiervoor intern af te stemmen en te reserveren. Neem voor de mogelijkheden contact op met Pieter Jeen de Boer.
Versie 1.5 is nu beschikbaar!
Wat is er nieuw?
Met jouw hulp willen de we de tool blijven verbeteren. Over een aantal maanden sturen we je een kort vragenformulier om je ervaring op te halen.
Van Warmteprogramma naar praktijk
Als je als gemeente een TVW/ Warmteprogramma hebt opgesteld, begint daarna de uitvoering. Dit bestaat uit het opzetten van wijkuitvoeringsprogramma’s, maar ook uit een gemeente brede isolatieaanpak en eventueel specifieke aanpakken voor VvE’s of bedrijventerreinen. Dit vraagt om een complete en efficiënte uitvoeringsorganisatie.
In onze aanpak zijn deze acties verzameld in zes programmalijnen met een sterke onderlinge samenhang. Deze zijn inzetbaar in zowel startwijken als een gemeentebrede aanpak. Ze zijn erop gericht om verschillende doelgroepen in beweging te brengen.
Tijdens het opzetten van het Warmteprogramma zijn samen met de gemeente en betrokken stakeholders passende programma met programmalijnen opgesteld. De meerjarige programmalijnen kun je zien als een cyclisch lerend traject dat begint met de opstart, gevolgd door de doorontwikkeling, implementatie en monitoring van de impact. Vervolgens wordt er bijgestuurd en gaat de cyclus opnieuw van start.
Dit zijn zes veel voorkomende programmalijnen:
Geef inwoners duidelijke handvatten voor collectieve advies- en inkoopacties om hun woning eenvoudig, voordelig en stapsgewijs te verduurzamen.
Werk met lokale betrokkenen aan een gebiedsgerichte aanpak en uitvoering.
Geef bewoners compleet advies op maat, inclusief een concreet aanbod dat aansluit op het Warmteprogramma van de gemeente, zodat ook zij stappen zetten om hun woning te verduurzamen.
Ondersteun lokale bewonersinitiatieven en VVE’s om tot gedragen oplossingen te komen door ze te begeleiden en heldere keuzes voor te leggen.
Stuur op het vergroten en het versterken van de daadkracht van lokale uitvoerende partijen. Dit kan door ze te betrekken bij het ontwikkelen en aanbieden van oplossingen voor inwoners.
Neem de regie over het verzwaren van elektriciteitsnetten en het aanleggen en optimaliseren van collectieve warmtesystemen op gemeenteniveau.
Met impactvolle programmalijnen zijn jullie in staat om de warmtetransitie uit te voeren. Geen vage ideeën , maar concrete stappen waar direct gestart mee kan worden. Zo zorgen we samen duurzame warmte voor iedereen. Neem contact met ons op voor meer informatie.
Een gedragen warmteprogramma opstellen met draagvlak onder inwoners en lokale partijen
Gemeenten zijn de regisseurs van de warmtetransitie voor de gebouwde omgeving. Met het opstellen van het warmteprogramma (de vernieuwde Transitievisie Warmte) schetst de gemeente een routekaart naar een aardgasvrije gebouwde omgeving in 2050. Dit geeft alle betrokkenen inzicht in de richting voor duurzaam en aardgasvrij verwarmen en koken.
Het warmteprogramma is de opvolger van de Transitievisie Warmte (TVW). Gemeenten stellen deze elke vijf jaar vast. Waar eind 2021 elke gemeente een TVW moest hebben vastgesteld, ligt deze deadline (afhankelijk van het opstellen van de TVW) voor het warmteprogramma op 2026.
In het Warmteprogramma wordt omschreven hoe een gemeente voorziet om voor 2050 van het gebruik van aardgas voor verwarming van de gebouwde omgeving af te stappen. Welke alternatieve warmteoplossing wordt per deelgebied voorzien en wanneer is welk gebied aan de beurt, zijn vragen die in het warmteprogramma worden beantwoord.
Het ontwikkelen van het warmteprogramma is een traject waarin technische, energetische, ruimtelijke, economische en sociaal-maatschappelijke aspecten samenkomen. Daarnaast staat het traject bol van keuzes om tot de geschikte warmteoptie en fasering van wijken en buurten te komen en moet het zorgvuldig en mét inwoners, gebouweigenaren en andere stakeholders worden doorlopen.
Doe de check met onderstaande bouwblokken van het warmteprogramma.
Welke stakeholders zijn in uw gemeente betrokken bij de warmtetransitie? We interviewen ze 1-op-1 om op te halen wat er de afgelopen jaren is bereikt op het gebied van CO2-uitstootreductie, participatie en communicatie, onderzoek en procesefficiency. We onderzoeken beschikbare data om de voortgang in kaart te krijgen. We stellen samen met de betrokkenen vast waar we staan.
Het stellen van concrete en meetbare doelen is cruciaal om de warmtetransitie succesvol te maken. Een stip op de horizon waar we met zijn allen achter staan en waar we naar toe kunnen werken. We vertalen samen landelijke doelstellingen naar heldere en navolgbare gemeentelijke doelstellingen.
Nieuwe inzichten hebben jouw visie misschien veranderd. Een warmtenet blijkt toch niet haalbaar in een bepaalde buurt of er is juist nieuwe informatie over warmtebronnen. We herzien de analyse van de bestaande gebouwvoorraad en van beschikbare warmtebronnen. We hebben hier onze eigen gebiedsanalysetools voor, raadplegen openbare data en bevragen de gemeente en stakeholders over recente ontwikkelingen en onderzoeken.
Wij helpen om samen met belanghebbenden een compleet programma op te stellen. Dit programma wordt jullie kapstok van de warmtetransitie. In het opstellen van de volgorde en het tempo van wijken, hebben we expliciet aandacht voor de lokale situatie en kansen. Denk aan bestaande inwonersinitiatieven of aan geplande werkzaamheden van woningcorporaties en in de openbare ruimte. Door alle kansen inzichtelijk te maken, komen betrokken partijen tot gezamenlijk inzicht over welke oplossing wanneer, waar haalbaar is en voegen dit samen tot een routekaart.
Vanuit het programma werken we met gemeente en betrokkenen toe naar een concrete planning en FTE inzet per onderdeel van het programma. Wanneer duidelijk is wat de ambities en actielijnen zijn, kan een begroting worden gemaakt. Het is goed om deze op tijd scherp te hebben en financiële ruimte te reserveren. We leggen een begrotingsvoorstel neer en maken hier samen keuzes in. De detail per buurt wordt uitgewerkt in een uitvoeringsplan.
De omgevingswet schrijft voor dat de TVW in de vorm van een warmteprogramma wordt opgeschreven. Dit moet conform richtlijnen worden opgesteld, zodat hierop uiteindelijk een omgevingsplan kan worden gebaseerd. Wij helpen je met de juiste content, juridische kaders en het format.
We besteden in het bijzonder aandacht aan het benodigde besluitvormingsproces. De gemeenteraad, wethouders en bestuurders van woningcorporaties worden stap voor stap meegenomen. Samen formuleren zij de uitgangspunten, die als controle dienen voor de tussenstappen en het eindresultaat.
De warmtetransitie komt achter elke voordeur. Het betrekken van inwoners is daarom belangrijk. Er zijn diverse communicatie- en participatie middelen die we in kunnen zetten om inwoners en betrokkenen mee te nemen Denk aan enquêtes, inwonersavonden en het werken met klankbordgroepen. De bredere groep professionele stakeholders worden 1-op-1 of in werkgroepen betrokken. De gemeente kiest zelf een participatieniveau dat past bij de lokale situatie.
Het warmteprogramma is toegankelijk in taal en beeld. Online, offline, interactief en geschreven in B1 taalniveau. Zo bereiken we de meeste inwoners.
Het warmteprogramma is de voorbereiding op een uitvoeringsplan per wijk. Een belangrijke mijlpaal in het proces naar aardgasvrij verwarmen en koken. Advies en begeleiding nodig bij het opstellen van deze kaders? We komen graag met je in contact om samen de routekaart te bepalen en een sterk Warmteprogramma op te stellen.
“Vanuit de Gemeente Molenlanden kijken we terug op een prettige samenwerking met De WarmteTransitieMakers! We hebben intensief samengewerkt om met onze inwoners en belanghebbenden alle processtappen te doorlopen en een mooie TVW op te leveren”.
– J. Venderbos, Adviseur Duurzaamheid en Energietransitie bij de Gemeente Molenlanden
Voor een duurzame
warmtevoorziening
in de buurt
Vaak liggen er vanuit het warmteprogramma/Transitievisie Warmte één of meerdere kansrijke oplossingen op tafel. In het uitvoeringsprogramma ontwikkelen we per wijk de beste aanpak naar aardgasvrij wonen. Op basis hiervan kan de schop in de grond.
Waar het warmteprogramma gemeente-breed en op hoofdlijnen is, zoomt het uitvoeringsplan in op de stappen die nodig zijn om tot een aardgasvrij gebied (bijvoorbeeld een wijk of buurt) te komen. De toekomstige warmtevoorziening en waarom deze goed aansluit bij de kenmerken van de wijk en haar gebouwvoorraad staan hierbij centraal. Net als de behoeften van de inwoners, gebouweigenaren en andere stakeholders en de haalbaarheid en betaalbaarheid voor alle buurtgenoten. Het uitvoeringsplan is een hulpmiddel om aan alle voorwaarden te voldoen die nodig zijn voor de motivering van het wijzigen van het omgevingsplan.
Samen maken we een concreet plan, waarmee we aan de slag kunnen in de wijk. Inwoners, de gemeente en andere betrokkenen kiezen in samenspraak (een) alternatieve warmtevoorziening(en). Dit vraagt om maatwerk, want elke wijk is anders.
In onze aanpak staan betrokkenheid, inzet en draagvlak van bewoners en lokale partijen centraal. Hierin maken we gebruik van betrouwbare technische analyses en maken we duidelijke, doordachte keuzes. Dit doen we samen met alle betrokkenen, op een manier die hen past, met workshops, interviews en rondetafelgesprekken.
We leveren een projectplan op met een duidelijke tijdslijn, helderheid over wie op welke manier betrokken wordt en waarin we uitgangspunten, mijlpalen en verantwoordelijkheden vastleggen, passend bij de bewoners van wijk en de voorkeursscenario’s. Met lokale partijen en inwoners zetten we een organisatie- en overlegstructuur op: een interactief wijkteam. Zo creëren we betrokkenheid voor de samenwerking. Tijdens deze opstartfase kijken we naar de lokale haalbaarheid van de technische oplossing en worden bestaande onderzoeken en initiatieven ingepast.
Na een analyse van de buurt bespreken we het voorkeursscenario. Wat is/zijn de best passende warmteoplossing(en) voor de buurt? In de gebouwstrategie beschrijven we de benodigde aanpassingen aan woningen en andere gebouwen en het bijbehorende tempo. De infrastrategie beschrijft knelpunten en een globale planning van de aanleg of aanpassing van de infrastructuur als dit noodzakelijk is.
Voor elke bewoner werken we naar een concreet plan: wat kan ik als bewoner doen om mijn woning aan te pakken? Hiervoor zijn arrangementen nodig: een totaalpakket van maatregelen, financieringsmogelijkheden en organisatie van inkoop. Bij collectieve warmte speelt contracteren van een warmteleverancier een belangrijke rol. De randvoorwaarden hiervoor zijn opgenomen in het arrangement. We kijken nadrukkelijk naar isolatie en de gebouwaanpak, voor de laagste bewonerslasten. We werken een eerste versie uit en toetsen deze bij inwoners en andere betrokken partijen.
Op basis van de bewoners propositie gaan we gezamenlijk aan de slag om invulling te geven aan de randvoorwaarden. Dat betekent bijvoorbeeld:
De invulling van deze randvoorwaarden leidt tot een definitieve bewoners propositie.
Om draagvlak te creëren voor een passend uitvoeringsprogramma, stemmen we doorlopend in het wijkteam de stappen, ontwikkelingen en keuzes af. Hierdoor is de inbreng van inwoners en lokale partijen niet alleen geborgd, maar wordt ook hun doe- en denkkracht optimaal ingezet. Dit loopt parallel aan de voortgang van de concrete technische onderzoeken. Op de juiste momenten zorgen we voor bestuurlijke betrokkenheid en besluitvorming.
Door als gemeente gezamenlijk met bewoners en lokale partijen tot een passend (wijk)uitvoeringsplan te komen, wordt de daadwerkelijke uitvoer van het aardgasvrij verwarmen van een buurt of wijk efficiënter en gemakkelijker. We staan je hier graag in bij. Neem contact op voor meer informatie over onze aanpak en de mogelijkheden voor jouw gemeente.
Gebiedsanalyse: stappen richting een visie aardgasvrije warmte
Met een gebiedsanalyse maken we voor de hele gemeente een overzicht van de benodigde én de beschikbare warmte. Dit is een belangrijk onderdeel van het opstellen van een Warmteprogramma. Met de gebiedsanalyse leg je eenvoudig de link tussen waar in de gemeente (veel) warmte nodig is en welke bronnen hiervoor beschikbaar zijn. Zo schets je eenvoudig een duurzame warmtevoorziening voor alle buurten. De verschillende stappen in de inventarisatie zijn goed onderbouwd, duidelijk uit te leggen en visueel aantrekkelijk.
De gebiedsanalyse bestaat uit de volgende stappen:
Allereerst geven we inzicht in de isolatieopgave van de gemeente. Dit doen we door warmteprofielen op te stellen: we clusteren woningen op basis van de toekomstige warmtevraag, en geven inzicht in waar hoge, lage of midden-temperatuur warmte nodig gaat zijn. We kijken hierbij niet naar buurt- of wijkgrenzen, maar zoeken naar een logische afbakening. Zo is in één oogopslag zichtbaar waar de moeilijk te isoleren woningen staan, en waar de overstap naar aardgasvrij relatief eenvoudig kan.
Ook kijken we naar de concentratie van de warmtevraag over de gemeente. Waar ligt een warmtenet voor de hand? In welke wijken is een individuele warmtepomp goed toe te passen? Uiteraard nemen we hierbij diverse uitgangspunten en criteria mee. Onze uitkomst vergelijken we met gangbare andere energietransitiemodellen, zoals de Leidraad Startanalyse en diverse tools van de netbeheerders. Zo combineren we alle beschikbare informatie, tot een uitlegbare visie.
In een overzichtelijke multi-criteria analyse zetten we de verschillende buurten onder elkaar. Hoe scoren ze op verschillende belangrijke selectiecriteria? Welke natuurlijke momenten of koppelkansen zien we? Uiteraard nemen we hierbij ook de eerder onderzochte warmtevraag en -bronnen mee. We prioriteren de buurten en laten zien hoe je tot een gedragen keuze komt voor een startbuurt.
Zodra deze drie stappen doorlopen zijn hebben we een visie voor de warmtevoorziening: een stip op de horizon welke aardgasvrije oplossingen waar passen binnen de gemeente.
Na de inventarisatie van warmtevraag en -bronnen houdt het natuurlijk niet op. Heb je vanuit het Warmteprogramma startbuurten geselecteerd? En wil je op meer detailniveau weten wat hier de beste warmteoplossing is? Dan duiken we daar na de gebiedsanalyse graag in met onze Buurtanalyse.